Deze blog wordt onderhouden in het belang van het publiek. Beze blog handelt over de dringende vraag hoe echte vrede kan ontstaan en waarom er thans nauwelijks negatieve vrede in de wereld is. Ook handelt deze blog over de arrestatie van de minister-president en de top van een vier of vijftal partijen. Tot slot handelt deze blog over het Universeel Wereldvrede Recht, en hoe dat ingevoerd kan worden

26 juni 2007

Wat er mis is met Balkenende II

Dat het niet lekker liep met Balkenende I zal niemand ontgaan zijn, maar dat dit toch meer aan het amateurisme van Balkenende lag dan aan de LPF of de moord op Pim Fortuyn blijkt op 27 mei 2003. Dat is de dag waarop mr. dr. J.P. Balkenende een brief schrijft aan de Koningin met als kenmerk FU 03/083. De hele brief lijkt prima in orde, past in de gang der dingen voor wat betreft formaties en is verder in netjes beschaafd Nederlands opgesteld. Niets op aan te merken, tot de laatste alinea gelezen wordt.

In de laatste alinea van die brief van 27 mei 2003 met als kenmerk FU 03/083 van mr. dr. J.P. Balkenende aan de Koningin staat: Op grond van bovenstaande moge ik u in overweging geven geen ontslag als minister te geven aan mr.dr. J.P. Balkenende, mr. J.G. de Hoop Scheffer, mr. J.P.H. Donner, de heer J.W. Remkes, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, de heer H.G.J. Kamp, dr. C.P. Veerman, mr. A.J. de Geus, drs. J.F. Hoogervorst.

De staatsrechtelijk juist geschoolden verwachten hier een alinea in de trant van: Op grond van bovenstaande moge ik u in overweging geven ontslag als minister te geven aan mr.dr. J.P. Balkenende, mr. J.G. de Hoop Scheffer, mr. J.P.H. Donner, de heer J.W. Remkes, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, de heer H.G.J. Kamp, dr. C.P. Veerman, mr. A.J. de Geus, drs. J.F. Hoogervorst en hen tot minister-president respectievelijk minister te benoemen. Tevens moge ik u in overweging geven de overige bovengenoemde personen tot minister respectievelijk staatssecretaris te benoemen.

De overige 'bovengenoemde personen' zijn dan de rest van het kabinet Balkenende II die niet in Balkenende I zatten. Het staatsrechtelijke verschil tussen de twee formules is dat bij de eerste formule Balkenende zijn bevoegdheden verliest en bij de tweede formulering niet. De tweede formulering is zoals die had dienen te zijn, en dan is het aan de Koningin om te besluiten het ontslag aan Balkenende te verlenen en hem tegelijk desnoods bij hetzelfde koninklijke besluit op nieuw te benoemen en opnieuw te beëdigen in de functie van minister-president.

De Koningin kan op haar beurt Balkenende zijn ontslag en benoeming niet weigeren, waarna de nieuwe minister-president officieel is aangesteld. Door zijn eerdere ontslag bij brief van 27 mei 2003 weer in te trekken, is Balkenende met terugwerkende kracht niet per 01 november 2002 demissionair geweest en heeft hij in de periode tussen de ontbinding van de tweede kamer en de benoeming en beëdiging van Balkenende II illegaal als minister-president en kamerlid in de tweede kamer gezeten. Dat is alleen toegestaan aan minister-presidenten die ook daadwerkelijk demissionair zijn en niet later hun eerder ingediende ontslag in een lullig rot zinnetje aan het eind van een de demissionaire periode weer intrekken. Zijn eerdere ontslag weer intrekken zoals Balkenende op 27 mei 2003 doet, is alleen toegestaan bij een kabinetscrisis zonder kamer ontbinding.

De brief van 27 mei 2003 met als kenmerk FU 03/083 van de minister-president aan de Koningin had moeten leiden tot een koninklijk besluit wat voor wat betreft Balkenende er ongeveer net zo uitziet als het koninklijk besluit waar mee Wim Kok ontslagen werd als minister-president en Balkenende benoemd werd. Dat besluit dateert van 22 juni 2002 met nummer 02.003338 en is gepubliceerd in Staatscourant 25 juli 2002, nr. 140 op pagina 7. De Koningin had na de brief van Balkenende van 27 mei 2003 een besluit dienen te nemen waarin zij de heer mr.dr. J.P. Balkenende ontsloeg als minister-president en de heer mr.dr J.P. Balkenende benoemde als minister-president. Nu dat besluit er niet is, is Balkenende nooit minister-president van Balkenende II geworden maar altijd minister-president van Balkenende I gebleven.

Balkenende regeerde in Balkenende II op basis van zijn benoeming en beëdiging voor Balkenende I. In de tussentijd waren er nieuwe verkiezingen geweest, en dan dient er een nieuwe benoeming en beëdiging plaats te vinden om het nieuwe kiezersmandaat te reflecteren. Nu Balkenende niet aan deze formaliteiten voldaan heeft is Balkenende op 27 mei 2003 weshalve burger geworden. En omdat de regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer op 04 juni 2003 aangeeft dat Balkenende ook kamerlid is, kan het niet anders zijn dan dat Balkenende afgelopen jaren onbevoegd minister-president is geweest.

1 opmerking:

Anoniem zei

lekker belangrijk!
En jij wil de volgende minister-president van Nederland worden? Nou, maak je een mooie sier met je zeikerige regelgeneuk. Daar hebben we in NL al te veel van.

Archief