- het plegen van een strafbare voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, te weten moord of dooslag;
- pogingen tot moord, althans dood door schuld, althans doodslag, althans zware mishandeling;
- deelname aan een terroristische organisatie, althans medeplichtigheid daaraan;
- terrorisme, althans medeplichtigheid daaraan.
Ter illustratie van de omstandigheden het volgende: op zaterdag 30 september 2006 te 16.00 uur is er aangifte gedaan terzake een groot aantal openbare orde delicten. Het proces-verbaalnummer van die aangifte is 2006251820-1. De verdachten in de zaak met proces-verbaalnummer 2006251820-1 hebben zich tussen dinsdag 1 januari 2002 te 00.00 en heden schuldig gemaakt aan een groot aantal misdrijven waaronder deelname aan een terroristische organisatie en (medeplichtigheid aan) genocide althans massamoord. Ook hebben zij Nederlandse Commando's met een verkeerd mandaat en in een verkeerde politieke context naar Afghanistan gestuurd, wat op zichzelf een ambtsmisdrijf is in de zin van artikel 44 van het Wetboek van Strafrecht.
Op dinsdag 12 juni 2007 stond in het dagblad De Pers het artikel 'Commando's lopen risico op vervolging' dat handelt over Nederlandse commando's die in Afghanistan op onrechtmatige wijze een zogenaamde 'dodenlijst' hanteren. Deze lijst is een lijst met zogeheten 'high value targets'. Dat zijn talibankopstukken die volgens het bericht in De Pers van afstand geliquideerd mogen worden. De Nederlandse Commando's schenden het internationaal recht en het Nederlands strafrecht indien zij in Afghanistan (als onderdeel van de Nederlandse uitvoerende macht) deze zogenoemde dodenlijst hanteren. Ze zijn hooguit bevoegd tot het doen van opsporingswerk gelijk aan dat van een officier van justitie. Gevangenen mogen niet overgedragen worden aan instanties die de doodstraf hanteren en het meegeleverde wapentuig mag alleen benut worden ter eigen bescherming en dat van de bevolking, het mag uitsluitend defensief worden ingezet. Het mandaat van de Nederlandse militair in Afghanistan is niet veel anders dan dat van de Nederlandse militair in Nederland, in Afghanistan dient de militair alerter te zijn op aanslagen en is er meer opbouwwerk te doen. Deelnemen aan de Amerikaanse operatie Mission Enduring Freedom maakt geen onderdeel uit van de bevoegdheden van het Nederlandse leger. Het hanteren van een dodenlijst valt buiten de bevoegdheden van het Nederlandse leger.
Ambtenaren die de Nederlandse Commando's hebben opgedragen dan wel gemachtigd het mandaat in Afghanistan in de gegeven context ten uitvoer te leggen werken mee aan een onrechtmatige overheidsdaad en plegen (mogelijk) een (ambts)misdrijf. Het hanteren van de dodenlijst is op zichzelf het opvolgen van een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel of onbevoegd gegeven ambtelijke opdracht. Het opvolgen van dat bevel of die opdracht kan onder omstandigheden strafbaar zijn, bijvoorbeeld als op basis daarvan een dodenlijst gehanteerd wordt of buiten oorlogstijd of zelfverdediging een persoon gedood wordt. Het doden van de persoon is dan moord. en het hanteren van de dodenlijst geeft op zichzelf al de bovengenoemde misdrijven.
Mijn aangifte, tegen de gene die de Nederlandse Commando's de machtiging cq het bevel geeft een dergelijke lijst met 'higg value targets' te hanteren wegens poging tot moord met voorbedachte rade, dan wel poging tot doodslag, althans dood door schuld, althans zware mishandeling, is gerechtvaardigd. Het hanteren van de dodenlijst is een begin van uitvoering die het voornemen van de dader om de op die lijst genoemde personen te doden openbaart, en daarmee is het hanteren van een dodenlijst te kwalificeren als een poging tot moord, althans dood door schuld, althans doodslag althans zware mishandeling. Tevens is het hanteren van de dodenlijst een strafbare voorbereiding van een misdrijf (moord, doodslag) waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daarom ook dat het doen van aangifte tegen de Nederlandse Commando's die de machtiging cq het bevel tot het hanteren van de genoemde dodenlijst opvolgen dan wel in het voorkomende geval iemand van die dodenlijst buiten zelfverdediging om het leven brengen, gerechtvaardigd is.
Het is voorts in hun eigen belang dat zij niet medeplichtig worden aan de misdrijven genoemd in de aangifte met proces-verbaalnummer 2006251820-1 . Het niet opvolgen van het bevel of de instructie tot het hanteren van de dodenlijst is (indien strafbaar) een lichter misdrijf dan het wel opvolgen van dat bevel of die instructie. De mening van de in het artikel van De Pers geciteerde advocaat Knoops dat de Amerikaanse operatie Mission Enduring Freedom onder het oorlogsrecht valt deel ik niet. De Amerikaanse operatie Mission Enduring Freedom is naar Nederlands (en internationaal)recht als terrorisme te kwalificeren en deelname daaraan is dan ook te kwalificeren als deelname aan een terroristische organisatie althans medeplichtigheid aan terrorisme. Een en ander is nader omschreven in de aangifte met proces-verbaalnummer 2006251820-1.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten